Worteltjes zijn misschien wel de gemakkelijkste groente om zelf te telen. Niet alleen heb je er eigenlijk niets voor nodig en is het dus goedkoop om aan de slag te gaan, ze vragen ook nog eens erg weinig tijd om te verzorgen en zijn niet veeleisend wat betreft de bodemsoort of het weer! Hier lees je hoe je eenvoudig kan beginnen met het verbouwen van sappige en smaakvolle worteltjes in je eigen tuin!
De wortel: de feiten opgesomd
Worteltjes, ook vaak peentjes genoemd, zijn een tweejarige groente. Geen zorgen, je kan toch oogsten binnen het jaar. Wortels zijn namelijk klaar om te oogsten na enkele maanden, een heel snelle groente om te telen. Wat er na dit jaar gebeurt, is dat de plant opschiet. Dit wil zeggen dat het loof van de wortel plots erg hoog wordt en bloemen krijgt. Na deze bloemen wordt er zaad gevormt, wat je eventueel kan plukken om later terug te gebruiken. Ik vind het wel eens leuk om een keer te doen. Ik herinner me nog goed dat ik als kind ooit in de tuin worteltjes had gezaaid, enkele vergat uit te trekken… en een jaar later stonden er plots gigantische planten met bloemen en zaad. Leuke ervaring, dat wel! Onthoud wel dat als je wortelen zaad vormen, de wortel zelf niet meer te eten is, dus je moet een klein stukje van je oogst opgeven als je zelf zaad wil verkrijgen.
Verder zegt de naam wortel het natuurlijk al zelf, maar bij het oogsten van wortelen moet je de plant dus effectief dood maken. Het is een beetje jammer dat je niet zoals bij bijvoorbeeld tomaten vele vruchten van één zaadje kan plukken, maar het is niet anders.
Als je worteltjes in de tuin wil zetten, kan je dit best op een redelijk zonnig plekje doen. Ze houden wel van wat drogere grond om goed te groeien. Over grond gesproken: om de perfecte wortel te telen, een lange en vrij rechte, heb je losse grond nodig. Dit wil zeggen dat zandgrond of zandleem ideaal is. Voor de mensen met grond die voor een groot deel uit klei bestaat, heb ik minder goed nieuws: wortelen zijn misschien niet zo geschikt om daar te telen. Hoewel er erg veel mogelijk is met wat extra werk!
Als je grond te vruchtbaar is, dus klei of leem, kan je zelf wat zand met de grond vermengen. Zo maak je de aarde wel minder vruchtbaar, maar veel meer vochtdoorlatend en vooral veel luchtiger. Deze luchtige, losse aarde, laat peentjes veel gemakkelijker recht naar onder groeien om zo een perfecte oogst te krijgen. Een tweede mogelijkheid is om heel veel compost door je aarde te vermengen. Zo wordt de bodem ook weer luchtiger, en wat extra voedingsstoffen kunnen natuurlijk nooit kwaad! Met wat meer voorbereiding kan je dus zeker ook wortelen verbouwen als je niet op zanderige grond woont.
Soorten wortelen
Zelfs op heel zware, vaste grond zoals klei, kan je sommige soorten wortelen toch goed oogsten. Niet alle peentjes zijn namelijk lang en recht. Er zijn enkele soorten die maar klein blijven en meer bolletjes vormen. Deze bolletjes moeten niet zo diep groeien en hebben dus veel minder last van een dichte grond. Maar er zijn nog meer verschillende soorten!
De wortel is eigenlijk ook een onkruid, je kan ze soms terugvinden in bermen. Deze wortels zijn echter niet oranje zoals wij ze kennen, maar wel wit. Ze lijken met andere woorden erg op pastinaken, maar dan in wortelvorm. De wilde wortel, of hoe je ze ook wil noemen, is biologisch gezien nagenoeg hetzelfde als de gecultiveerde variant die je in de winkel koopt. We kunnen de verschillende soorten wortel opdelen in wanneer we ze zaaien, of net in hun vorm.
Als we opdelen op wanneer we de wortel zaaien en het moment waarop ze voornamelijk groeien, hebben we de volgende soorten:
- Winterpeentjes: deze soort wordt in het najaar gezaaid en blijft in de winter in de bodem zitten. Nadien kunnen we ze oogsten. Het voordeel van deze soort is dat ze heel harde, dikke wortels geven. Om bepaalde gerechten te bereiden is dit uiteraard handig, maar om ze rauw te eten zijn de wat fijnere wortelsoorten een betere keuze.
- Zomerwortelen: deze wortelsoort heeft het zaai- en oogstpatroon van vele groentes, zaaien in het voorjaar en oogsten in de zomer of najaar. De meest bekende soort is ongetwijfeld de Nantes wortel. Zaadjes van deze soort kan je vaak zelfs in de supermarkt vinden! Ze worden niet zo dik als winterpeentjes, maar zijn daardoor wat zachter en ideaal om te gebruiken in verse salades.
- Bospeen of waspeen: deze wortel dankt zijn naam niet aan de plek waar ze groeien, ze komen namelijk niet uit het bos. Waarom dan bospeen? In de winkel zie je vaak een busseltje wortelen liggen, ofwel een bos, en deze soort heet daarom bospeen. Waarom ze ook wel waspeentjes genoemd worden weet ik niet. Zouden mensen ze allemaal tegelijk onder de kraan wassen?
- Ronde peen: dit worteltje vind ik echt ontzettend schattig. Een klein, fijn bolletje, niet groter dan enkele centimeters. Een bekende soort hiervan is ‘Parijse broei’. Doordat dit worteltje niet diep groeit, is deze soort een van de enige die wel geschikt is om op zware grond, bijvoorbeeld klei, te telen.
Als je weet welke soort je voorkeur krijgt, kunnen we verder naar hoe we ze gaan zaaien!
Wortelen zaaien
Het is zo ver, we kunnen wortelen beginnen zaaien. Vrij uniek aan wortelen is dat we ze niet voorzaaien in een kas of binnen in huis. Het is erg vervelend om ze achteraf uit te planten en je haalt er niet echt voordeel uit. Zaai ze daarom meteen in volle grond in de moestuin, dat is nog gemakkelijker ook! Heb je maar een kleine of misschien wel geen echte tuin en wil je toch wortelen telen? Dat kan hoor! Wortelen kan je ook in een pot zetten. Zorg dan dat de pot voldoende diep is voor de wortelsoort die je gekozen hebt. Als je de aarde goed los maakt, kan je in pot ook heerlijke peentjes krijgen.
Wat hebben we nodig om de peentjes te zaaien? Niet veel, enkel het volgende:
- Wortelzaadjes van de soort die je wil zaaien
- Een bezemsteel of andere rechte stok
- Eventueel wat zand
- Een spade
Voor je zaait, zal je de grond moeten losmaken zodat de wortels recht de grond in kunnen groeien om gekke vormen te vermijden. Je kan dus best de bodem grondig omwoelen door een spade te gebruiken. Als je bodem te vast is, kan je er wat eigen gemaakte compost doorheen mengen of wat zand om zo de aarde luchtig te maken. Hoe diep moet je de bodem omwoelen? Dit hangt van de soort wortel af. Voor de meestvoorkomende wortelen is dit net de diepte van een spade of woelvork, maar voor sommige soorten kan dit ook een stuk dieper zijn. Meestal vind je op het pakje wortelzaad wel terug hoe groot de worteltjes worden. Zo weet je meteen de benodigde diepte. Eens de bodem is voorbereid, kan je beginnen zaaien.
Wortels zaaien we liefst op rijtjes. Om een mooi rijtje te maken, kan je best een bezemsteel of andere stok op de aarde leggen. Duw deze zachtjes in de grond om zo een geultje van ongeveer een centimeter diep te maken. Als dit gebeurd is, kan je de wortelzaadjes erin laten vallen. Zaai hier niet te dik op elkaar, dat heeft geen zin omdat de wortelen dik moeten kunnen worden. Probeer de zaadjes dus redelijk goed te verspreiden, dat bespaart later werk en zo verspil je niet onnodig zaadjes. Een vuistregel is om ongeveer per drie centimeter een zaadje te leggen. Tussen de verschillende rijtjes wortelen, laat je best ongeveer 25 centimeter ruimte. Als je een soort hebt gekozen die erg klein is, kan dit wat dichter op elkaar natuurlijk, bij heel dikke soorten ga je misschien beter voor 30 tot 35 centimeter.
Eens de zaadjes in de geul liggen, kan je deze dichtmaken. Hier heb je twee keuzes: ofwel gebruik je wat aarde die in de buurt ligt, ofwel gebruik je wat zand. Als je voor zand gaat, zie je achteraf gemakkelijk waar je gezaaid hebt. Als je gewone aarde gebruikt, kan je best aan beide uiteindes van de zaaigeul een stokje zetten zodat je steeds weet waar je zaailingen kan verwachten. Als de zaadjes terug bedekt zijn met aarde, moet je ze enkel nog water geven. Gebruik hiervoor een kleine gieter ofwel een sproeikop zodat je de aarde en verse zaadjes niet allemaal wegspoelt. En nu wachten maar!
Wanneer kan je wortelen zaaien
Tot nu toe heb ik nog niet echt vermeld wanneer je de zaadjes kan zaaien. Het leuke aan peentjes is dat je ze op verschillende momenten kan zaaien en het geen probleem is als je iets vroeger of later zaait. De zomerpeentjes kan je vanaf april zaaien in volle grond. Als je al in februari of maart zaait, wat zeker ook mogelijk is, bedek je de aarde best met een lichtdoorlatende doek om de kiemen tegen de vrieskou te beschermen. Eens de zaadjes gekiemd zijn en je de plantjes begint te zien, kan je dit doek best wegnemen. Zelf verkies ik echter om vanaf april tot eind juni te zaaien. Hoe vroeger in deze periode, hoe minder kans dat je oogst aangetast wordt door de wortelvlieg. Ik probeer zelf om niet alles in één keer te zaaien. Je hoort altijd verhalen van mensen die zoveel oogst hebben dat ze het niet verwerkt krijgen. Als je slim bent, zaai je daarom niet alles tegelijk. Door slechts een deel van het zaad eerst te gebruiken en vervolgens om de maand opnieuw te zaaien, spreid je de oogst over meerdere maanden. Zo heb je veel langer verse peentjes!
Winterpeentjes zaai je best in april. Deze moeten een heel stuk langer in de grond blijven zitten, dus je kan ze net zo goed allemaal tegelijk planten. Je oogst dan nadien enkel die wortelen die al lekker dik zijn geworden. De rest laat je wat langer zitten. Doordat deze soort toch minder sappig is en het belangrijker is om ze dik te krijgen, is het ook niet zo erg om wortelen die klaar zijn nog iets langer in de grond te laten zitten voor je ze oogst. Daarom moet je hier het zaaien niet echt spreiden.
Tot slot kan je ook in het najaar, in de maanden oktober tot en met januari al de heel vroege wortelen zaaien. Dit moet echter wel in de kas, anders ga je weinig kunnen oogsten door de winter. Het voordeel van op dit moment te zaaien, is dat je zelfs in maart en april al verse wortelen kan oogsten!
Wortelen verzorgen
Het kan een heel tijdje duren voor de zaadjes gekiemd zijn. Het is helemaal niet vreemd als dit tot wel een maand lang duurt. Eens de jonge plantjes hun groene hoofdjes boven de aarde uitsteken, kunnen we naar de volgende fase: de zaailingen verzorgen en veilig laten opgroeien. Heel veel moet er niet gebeuren. Als het heel lange tijd droog blijft, kan je af en toe eens wat extra water geven. In normale omstandigheden, kunnen wortelen echter goed voor zichzelf zorgen, ze hebben niet zoveel vocht of voeding nodig. Je kan uiteraard ook eens wat extra voeding geven, maar als je compost door de bodem hebt verwerkt, is dit wel voldoende voor een groeiseizoen.
Daarnaast moet je af en toe onkruid wieden zodat het onkruid je groenten niet overwoekert. Als de wortelen dikker beginnen te worden, kan je best ook kijken of ze niet te dicht bij elkaar staan. Als de wortelen tegen elkaar beginnen te groeien, kunnen ze natuurlijk niet dik worden. Als dit dus zou gebeuren doordat je toch wat dicht op elkaar hebt gezaaid, kan je best de dunste exemplaren uittrekken. Zo geef je de mooiste peentjes plaats om heerlijk dik te worden. Al bij al weinig werk dus, behalve de plantjes beschermen!
Wortels beschermen tegen de wortelvlieg
Wortelen zijn niet zo gevoelig voor kwaaltjes. Er is eigenlijk maar één heel belangrijke vijand: de wortelvlieg! Deze vlieg legt eitjes aan de bovenkant van je wortel, onderaan de groene sprietjes van de plant. Als deze uitkomen, gaan de larves zich te goed doen aan je wortelen en kan je je hele oogst verliezen. Deze plaag bestrijden is niet zo eenvoudig, dus daarom probeer je ze beter te voorkomen. En dit is wel gemakkelijk!
Het enige wat je nodig hebt is een stuk gaas. Span dit gaas over je plantjes, of zet het er helemaal rond. Als je tot zo’n één à anderhalve meter hoogte gaas hebt gespannen rond je wortelveldje, moet de bovenkant zelfs niet overspannen zijn. De wortelvlieg blijft namelijk meestal dicht bij de grond. Wil je helemaal zeker zijn, kan je uiteraard ook de bovenkant bedekken. Als je dit gaas er steeds rond laat staan, kan de wortelvlieg niet aan je peentjes en houd je de oogst gezond. Als je toch eens aan je wortelen moet werken, onkruid wieden of water geven bijvoorbeeld, dan doe je dit best ’s ochtends of ’s avonds. Zo heb je minder kans dat de wortelvlieg toch van dit onbeschermd moment gebruik maakt!
Wortelen oogsten
Na maximaal vier maanden zijn de zomerpeentjes klaar om geoogst te worden. Soms al iets vroeger, als ze eerder dik geworden zijn. Je moet niet steeds een volledige rij tegelijk verwerken. Je kan na een maand of drie eens zien of er geen dikke exemplaren tussen zitten. Deze kan je dan al uit de grond halen en opeten, de andere krijgen zo extra ruimte om dik te worden.
Hoe oogst je wortelen? Heel eenvoudig! Je trekt ze gewoon uit de grond, gemakkelijker kan het niet, toch? Probeer wel het loof er vanaf te snijden. Als je dit er aan laat hangen zoals ze soms in de winkel te vinden zijn, bederven de wortelen sneller. Het vocht wordt dan namelijk allemaal naar de blaadjes gezogen, waardoor de wortel zacht wordt. Een stuk minder lekker dus! Daarom best het loof wegknippen als je ze niet meteen opeet. Als je ze niet goed uit de grond getrokken krijgt, kan je best een spade of iets anders langs de wortel steken om de grond zo een beetje op te lichten. Als je niet de volledige rij in een keer wil oogsten, moet je hier wel ontzettend voorzichtig zijn om geen onvolgroeide exemplaren te raken.
Zo, nu ben je helemaal klaar om zelf aan de slag te gaan. Laat gerust weten hoe je wortelteelt gelukt is. Ook tips of vragen zijn altijd welkom in de reacties!